Jaarverslag 2024

Deel deze pagina op

2.6 Kwaliteitsagenda 2024-2027

De Kwaliteitsagenda mbo 2024-2027 geeft een krachtige impuls aan ons onderwijs. Belangrijke onderwerpen zijn gelijke kansen, aansluiting onderwijs/arbeidsmarkt en het versterken van het onderwijs middels onderzoek en innovatie.[20] In het realiseren van de doelen die we in de Kwaliteitsagenda benoemen, werken we nauw samen met een breed scala aan partners, waaronder het voortgezet onderwijs, hogescholen, universiteiten, het bedrijfsleven, bibliotheken, gemeenten en andere mbo-instellingen. Ook betrekken we actief onze studenten. Om te controleren of we op koers liggen en of onze ambities nog steeds relevant zijn, houden we in 2025 een midterm-review.

De Kwaliteitsagenda mbo 2024-2027 kent vier verplichte thema’s waarop maatregelen moeten worden genomen. Deze verantwoorden we hieronder.

Thema 1: Investeren in extra capaciteit en kwaliteit op LOB, met name voor de opleidingen verbonden met de maatschappelijke opgaven.
Het doel van Loopbaanoriëntatie en Begeleiding (LOB) binnen het ROCvA-F is om studenten te begeleiden bij het maken van weloverwogen keuzes voor hun opleiding en loopbaan, zodat zij een kansrijke toekomst kunnen opbouwen. Het versterken van LOB is een speerpunt binnen het ROCvA-F.
Door nauwe samenwerking met bedrijven en flexibele onderwijsprogramma’s zorgen we ervoor dat opleidingen aansluiten bij trends op de arbeidsmarkt en de behoeften van studenten. Het ROCvA-F erkent de maatschappelijke behoefte om studenten te leiden naar tekortsectoren, maar stelt vrije studiekeuze voorop. Studenten moeten op basis van motivatie en interesse een richting kiezen, omdat motivatie een sleutelrol speelt in studiesucces.

De extra bekostiging vanuit de Kwaliteitsagenda hebben we ingezet voor:

  • Extra inzet:

    • Structurele verhoging van uren voor LOB en studiebegeleiding binnen onderwijsprogramma's.

  • Professionalisering en kennisdeling:

    • Trainingen en leergangen voor loopbaanreflectiegesprekken met en coaching van studenten.

  • Ontwikkeling en verbetering van LOB-leerlijnen:

    • Nieuwe projecten en maatwerktrajecten ter voorbereiding op stage en werk.

  • LOB-activiteiten:

    • Werkveldoriëntatietrajecten, gastlessen, stagemarkten en bedrijfsbezoeken.

    • ‘Welcome events’ en introductiedagen en sessies voor startende studenten, inclusief activiteiten gericht op groepsbinding en kennismaking met 2e-lijns begeleiding.

  • Samenwerking met vo en hbo:

    • Themagroep voor medewerkers gericht op doorstroom tussen vo, mbo en hbo.

    • Versterking van de samenwerking met decanenkringen in ’t Gooi en Utrecht.

Naast deze brede inzet op LOB organiseert het ROCvA-F speciale LOB-programma’s voor opleidingen verbonden aan de maatschappelijke opgaven. Een voorbeeld is de Tech Campus. Hier wordt wekelijks ‘Tech Island’ georganiseerd, waar vo-leerlingen kunnen kennismaken met de mogelijkheden binnen de technieksector. Ook voor volwassenen spannen we ons in. Een voorbeeld is het programma Baan met Toekomst[21] waarin volwassenen zich oriënteren op opleidingen in de bouw en techniek. 

Resultaat:
In 2024 is een eerste meting gedaan naar studenttevredenheid over LOB, waarin 42,6% van de studenten aangaf tevreden te zijn, 21,5% scoorde neutraal, terwijl 35,9% nog niet tevreden is.

Vervolg:
In 2025 stellen we een ROCvA-F visie op LOB vast en werken we aan uitbreiding en evaluatie van de LOB-programma’s. Onze gesprekken met externe stakeholders zijn gericht op het versterken van de aansluiting tussen onderwijs en arbeidsmarkt, met name voor de opleidingen die verbonden zijn aan maatschappelijke tekortsectoren.[22]

Thema 2: Professionalisering stagebeleid en aanpak stagediscriminatie
Het doel van dit thema is het bevorderen van een eerlijke en inclusieve stagecultuur. Het Stagepact, dat in 2024 is ondertekend door gemeenten, bedrijven en mbo-instellingen, is hierbij van grote waarde. Het pact richt zich op het creëren van een veilige en inclusieve stageomgeving en het actief bestrijden van stagediscriminatie.

Acties aan de hand van de vier pijlers van het Stagepact

  • Voldoende stageplaatsen en leerbanen:

    • Nieuwe samenwerkingen met bedrijven en gemeenten om voldoende stageplekken te waarborgen, ook in sectoren met tekorten zoals zorg en techniek.

  • Kwalitatief goede stages en begeleiding:

    • Scholing voor onderwijsteams en leerbedrijven in het herkennen en voorkomen van stagediscriminatie.

  • Inclusieve en eerlijke stagekansen:

    • Inzet van een stagematchingsysteem om studenten sneller en gerichter aan bedrijven te koppelen.

    • Implementatie van een digitaal meldpunt voor stagediscriminatie en ongewenst gedrag dat alle meldingen actief doorgeeft aan SBB.

    • Voorlichtingssessies voor studenten en docenten over discriminatie en meldprocedures. Hier bleek dat nog niet alle studenten weten waar zij stagediscriminatie kunnen melden en dat er ook studenten zijn die stagediscriminatie niet melden uit angst voor de gevolgen, zoals het verliezen van hun stageplek. Dit leidde tot extra inzet op communicatie over het meldpunt en het creëren van een veilige omgeving waarin studenten zich gesteund voelen bij het melden van discriminatie.

  • Duurzame samenwerking tussen onderwijs en bedrijfsleven:

    • Benutten van publiek-private samenwerkingen[23].

Resultaten
In 2023-2024 scoorde ROCvA-F relatief goed op stagebegeleiding.

2023-2024

% negatief

% neutraal

% positief

Begeleiding vanuit instelling

15

30

55

Landelijk

16

34

50

Begeleiding vanuit stage/leerbedrijf

22

27

51

Landelijk

27

37

36

Vervolg
De prioriteiten liggen bij het verder versterken van de samenwerking binnen het Stagepact – zowel in Amsterdam als in andere regio’s – en het verbeteren van de interne communicatie over het Meldpunt Stagediscriminatie. Tevens zullen we evalueren of stagematching een effectieve aanpak is voor het vinden van geschikte stages en het verminderen van stagediscriminatie.

Thema 3: Intensivering van bestaande practoraten dan wel oprichting van nieuwe practoraten
Het doel van dit thema is het versterken van praktijkgericht onderzoek en kennisdeling.
Het doen van onderzoek krijgt steeds meer aandacht in het mbo, met als doel de onderwijskwaliteit te verbeteren en de samenwerking tussen mbo, ho en wo te versterken. ROCvA-F onderschrijft dit belang en zet actief in op uitbreiding van onderzoeksinitiatieven, waaronder practoraten.

Acties

  • De uitbreiding van vier naar zes actieve practoraten omvat De mbo’er als onderzoeker en Gecijferdheid in het mbo. Daarnaast is het practoraat Actueel IT Onderwijs in ontwikkeling.

  • Het zoeken van samenwerking met andere mbo-instellingen. Het practoraat Gecijferdheid in het mbo is een initiatief van het ROCvA-F en Aeres MBO.

  • Vaststelling van organisatiebrede spelregels voor practoraten.

Resultaten
Practoraten dragen bij aan het verbeteren van het onderwijs en het vinden van antwoorden op maatschappelijke vraagstukken door praktijkgericht onderzoek. Practoraten ontwikkelen nieuwe beroepspraktijken in samenwerking met partners in het onderwijs en het werkveld. Daarbij ontstaat meerwaarde voor het werkveld en de studenten, maar ook voor de docenten doordat zij zich professionaliseren binnen het vakgebied.

Vervolg
De focus in 2025 ligt op het actief inzetten van praktijkgericht onderzoek en datagedreven inzichten ter om het onderwijs te verbeteren. Een kennisplatform wordt gelanceerd om onderzoeksresultaten en best practices binnen en buiten de organisatie te delen en de impact van de practoraten te vergroten. Dit platform wordt geïntegreerd in een bredere aanpak waarin kennisdeling, praktijkgericht onderzoek en datagedreven besluitvorming structureel worden ondergebracht in het handelen van docenten en onderwijsontwikkelaars.
Onderzocht wordt de wenselijkheid van een practoraat Geletterdheid in het mbo, waarbij aansluiting wordt gezocht bij bestaande initiatieven in het land.

Thema 4: Verbetering personeelsbeleid
Het doel van dit thema is het stimuleren van loopbaanontwikkeling voor onderwijzend personeel, het verminderen van werkdruk en het ondersteunen van startend personeel.
Een ambitieus en realistisch personeelsbeleid is essentieel voor een sterke onderwijsorganisatie. Behalve op loopbaanontwikkeling, werkdrukvermindering en de begeleiding van startend onderwijspersoneel, leggen we de focus op professionalisering.

Acties

  • Stimuleren van loopbaanontwikkeling van docenten door Het Goede Gesprek.

  • Herzien van het werkdrukplan in samenwerking met de Ondernemingsraad.

  • Doorontwikkelen van het onboardingprogramma voor nieuwe medewerkers.

Resultaten

  • Het aandeel LC- en LD-docenten is gestegen: in december 2024 was 63% van de docenten ingeschaald in LC/LD. Daarmee is de doelstelling voor 2024 (60%) ruimschoots behaald. De uiteindelijke doelstelling is 67% in 2026.

  • Het cijfer dat medewerkers geven voor de aandacht voor loopbaanontwikkeling is gestegen van 5,8 (2022) naar 6,1 (2024).

  • Het aantal medewerkers dat de werkdruk als 'te hoog' ervaart, is gedaald van 42% (2022) naar 40% (2024).

  • Een jaarlijkse instroom van ruim 100 zij-instromers met een PDG-opleiding.

Vervolg
In 2025 zullen we de werkdrukmonitor verder verfijnen en specifieke interventies ontwikkelen voor teams waar de werkdruk nog als hoog wordt ervaren. Ook wordt het onboardingprogramma geëvalueerd en verder afgestemd op de behoeften van startend onderwijspersoneel. Bij het inzetten van zij-instromers streven we naar een goede combinatie van praktijkkennis en onderwijskundige expertise. Momenteel komt ruim een derde van de nieuwe docenten uit het werkveld, een stabiel niveau dat aansluit bij onze visie op een evenwichtige docentensamenstelling. We waarderen de instroom van professionals uit het werkveld die met hun ervaring het onderwijs verrijken. We blijven de behoefte aan zij-instromers monitoren en inspelen op ontwikkelingen in het onderwijs en de arbeidsmarkt.

20 De verantwoording Kwaliteitsagenda is te vinden in bijlage 7. Dit is inclusief reflecties met interne en externe stakeholders
21 Baan met Toekomst - Gemeente Amsterdam.
22 De uitwerking van een startgesprek over dit thema met bedrijven is te vinden in bijlage 7.
23 Een overzicht van de RIF-projecten is te vinden in Bijlage 3E.
Deel deze pagina op