8.3 Financiële meerjarenbegroting
Beleidsmatig wordt het ROCvA-F als één organisatie bezien. Ten behoeve van de jaarverslaggeving worden de financiële overzichten afzonderlijk weergegeven voor de instellingen ROCvA, ROCvF en ROC TOP. De exploitatie-ontwikkelingen van de drie instellingen staan met elkaar in verband en moeten in samenhang worden bekeken. Het VOvA stelt een afzonderlijk jaarverslag op, met hierin opgenomen een afzonderlijke meerjarenbegroting. De hoofdlijnen van de meerjarenbegroting van het VOvA worden tot slot van deze paragraaf toegelicht.
Meerjarenbegroting onderdeel van de planning & controlcyclus
De financiële meerjarenbegroting is de financiële vertaling van de strategische ontwikkelingen op het gebied van onderwijs, studenten- en leerlingenaantallen, formatie en huisvesting zoals eerder uiteengezet in dit hoofdstuk.
De gegevens in de meerjarenbegroting van het jaar 2024 zijn gebaseerd op de geconsolideerde en enkelvoudige jaarrekeningen 2024. De gegevens van het jaar 2025 zijn conform de in december 2024 door de Raad van Toezicht goedgekeurde (enkelvoudige) begrotingen. De begrote balansen 2025 zijn daar waar relevant aangepast met de meest recente bedragen vanuit de realisatie 2024, waaronder de verwerking van het resultaat boekjaar 2024 in het eigen vermogen en de daadwerkelijke beginstanden van de liquide middelen en vaste activa. De gegevens van de jaren 2026-2030 zijn conform de meerjarenbegrotingen zoals deze zijn goedgekeurd door de Raad van Toezicht. De realisatie 2024, de begroting 2025 en de meerjarenbegroting 2025-2030 zijn integrale onderdelen van de planning & control cyclus van het ROCvA-F[32].
Meerjarenbegroting exploitatie
Inzet bestemmingsreserves, onderwijskwaliteit en ROC TOP integratie
De realisatie van de strategische ambities, de continue ontwikkeling van de onderwijskwaliteit en kwaliteitscultuur en de zorgvuldige afronding van de integratie van ROC TOP hebben in financiële zin een belangrijke uitwerking in de meerjarenbegroting.
Vanuit de bestemmingsreserves worden door de organisatieonderdelen substantiële middelen ingezet voor de verwezenlijking van de ambities ten aanzien van sociale innovatie, inclusie, duurzaamheid en kwaliteitscultuur. Ook wordt de bestemmingsreserve ten dele ingezet voor de realisatie van de strategische huisvestingsplannen.
Aanvullend op de inzet van de bestemmingsreserves worden in de jaren 2024 tot en met 2026 eigen middelen vrijgemaakt ten behoeve van extra begeleiding en ondersteuning voor onze studenten, het verhogen van de onderwijsrendementen en het verlagen van de vsv en schooluitval.
De extra inzet vanuit eigen middelen en vanuit de bestemmingsreserves resulteert in een tijdelijke druk op de exploitatie in de eerstkomende jaren. Dit is zichtbaar in de tijdelijk hogere personele en overige lasten in deze jaren. De inzet vindt planmatig en op een beheerste wijze plaats, vanuit een financiële gezonde positie.
De ROC TOP integratie heeft aanvullende lasten tot gevolg voor het laten aansluiten van de huisvesting en ICT-infrastructuur op de bedrijfsvoering, het borgen van de onderwijskwaliteit en het inbedden en begeleiden van medewerkers. In de meerjarenbegroting zijn deze hogere lasten in ROCvA afgedekt vanuit het budget bestuursoverdracht. De afdekking vindt gedeeltelijk plaats vanuit ROC TOP en gedeeltelijk vanuit aanvullende OCW rijksbijdragen, zoals ook is toegelicht in paragraaf 7.3.
Exploitatie ontwikkeling
Naast de genoemde exploitatie-effecten in de vorige paragraaf, tonen de exploitaties van ROCvA en ROCvF voor de komende jaren een stabiel beeld. De verwachte ontwikkeling van de studentenaantallen zorgt voor een evenredige stijging van de rijksbijdragen in de komende jaren. Het herstel van de luchtvaartsector, horeca, toerisme en hospitality na de coronacrisis en de groeiende vraag naar zorgpersoneel dragen bij aan een stabiele financiële ontwikkeling. Ook bieden de ontwikkelingen in de regio’s Almere en Amsterdam-Noord een positieve impuls voor de toekomstige jaren.
De afronding van twee deelprojecten van het Nationaal Groeifonds [33] zorgt in 2027 en 2028 voor een beperkte daling van de subsidiebaten. Ook het aflopen van de RIF subsidies per 2028, conform de OCW begroting, zorgt voor een beperkte verlaging van de bekostiging.
De stijging van de baten in ROCvA is deels gerelateerd aan het stopzetten van de nieuwe instroom van studenten in ROC TOP. De studentenaantallen van ROC TOP dalen jaarlijks fors door de verschuiving van de instroom. De rijksbijdragen van ROC TOP worden als gevolg van de t-2 systematiek met vertraging gerealiseerd in de komende jaren. Deze bijdragen dienen ter dekking van het onderwijs aan de nieuw ingestroomde studenten in ROCvA. Het onderwijs aan huidige ROC TOP studenten, inclusief de bijbehorende facilitering, wordt verzorgd door de instelling ROCvA. De lasten hiervan worden tot en met 2026 gedekt vanuit de instelling ROC TOP.
Volgend op de geplande investeringen in het Strategisch Huisvestingsplan, stijgen de afschrijvingslasten en huisvestingslasten van ROCvA-F in de komende jaren. Grotere projecten zijn onder andere de huisvesting van de mbo-colleges Centrum en Lelystad, de facelift van de onderwijsgebouwen van MBO College Airport, de herinrichting van de onderwijsgebouwen van MBO College West en de verduurzaming van de onderwijsgebouwen. De stijging van de huisvestingslasten in 2026 in ROCvA komt met name door de lagere dekking van de lasten vanuit ROC TOP als gevolg van de sterke afname van de ROC TOP studenten. Vanaf 2026 zijn nagenoeg alle ROC TOP huisvestingslasten opgenomen in ROCvA.
De financiële baten en lasten van ROCvA zullen naar verwachting in 2026 dalen door een daling van de liquide middelen en door de reeds ingezette daling van het rentepercentage op het saldo van het schatkistbankieren.
De ontwikkeling van de exploitatie van de instellingen ROCvA, ROCvF en ROC TOP zijn in de volgende tabellen weergegeven. In de fusie-effectrapportage is het uitgangspunt opgenomen dat ROC TOP als instelling ophoudt te bestaan per begin 2027 en daarna volledig opgenomen wordt in ROCvA-F. Voor de inzichtelijkheid is ROC TOP in de huidige meerjarenbegroting nog afzonderlijk weergegeven, ook voor de jaren na 2026.
Staat van Baten en Lasten ROCvA |
|||||||
Realisatie |
Begroting |
MJB |
MJB |
MJB |
MJB |
MJB |
|
2024 |
2025 |
2026 |
2027 |
2028 |
2029 |
2030 |
|
Rijksbijdragen |
364.887 |
373.921 |
383.637 |
395.058 |
398.678 |
401.907 |
403.106 |
Overige overheidsbijdr. en -subsidies |
8.308 |
8.579 |
8.595 |
8.222 |
7.214 |
7.278 |
7.274 |
Wettelijke college-/cursus-/examengelden |
923 |
- |
- |
- |
- |
- |
- |
Baten werk iov derden |
3.392 |
2.653 |
3.397 |
3.700 |
3.847 |
4.029 |
4.156 |
Overige baten |
25.346 |
15.281 |
15.425 |
16.375 |
16.328 |
16.409 |
16.473 |
Totale baten |
402.856 |
400.434 |
411.054 |
423.355 |
426.068 |
429.622 |
431.009 |
Personeelslasten |
-307.131 |
-321.596 |
-328.768 |
-323.058 |
-323.541 |
-324.591 |
-325.100 |
Afschrijvingen |
-14.634 |
-16.438 |
-16.488 |
-18.324 |
-19.633 |
-22.687 |
-22.260 |
Huisvestingslasten |
-29.036 |
-28.778 |
-32.497 |
-33.355 |
-33.415 |
-33.187 |
-33.370 |
Overige lasten |
-45.659 |
-48.309 |
-50.718 |
-49.129 |
-49.026 |
-49.062 |
-48.130 |
Totale lasten |
-396.460 |
-415.121 |
-428.472 |
-423.866 |
-425.615 |
-429.527 |
-428.860 |
Saldo baten en lasten uit gewone bedrijfsvoering |
6.396 |
-14.687 |
-17.418 |
-511 |
453 |
95 |
2.149 |
Financiële baten en lasten |
2.471 |
1.810 |
-772 |
-722 |
-922 |
-1.363 |
-1.538 |
Resultaat deelnemingen |
116 |
- |
- |
- |
- |
- |
- |
Totaal resultaat |
8.983 |
-12.877 |
-18.190 |
-1.233 |
-469 |
-1.268 |
611 |
Inzet bestemmingsreserve |
-4.758 |
8.522 |
7.842 |
2.355 |
1.762 |
3.045 |
2.432 |
Staat van Baten en Lasten ROCvF |
|||||||
Realisatie |
Begroting |
MJB |
MJB |
MJB |
MJB |
MJB |
|
2024 |
2025 |
2026 |
2027 |
2028 |
2029 |
2030 |
|
Rijksbijdragen |
59.797 |
60.849 |
62.020 |
62.445 |
63.205 |
64.428 |
65.310 |
Overige overheidsbijdr. en -subsidies |
2.003 |
2.368 |
1.664 |
1.172 |
184 |
185 |
186 |
Wettelijke college-/cursus-/examengelden |
222 |
- |
- |
- |
- |
- |
- |
Baten werk iov derden |
344 |
409 |
418 |
420 |
434 |
442 |
455 |
Overige baten |
1.454 |
677 |
431 |
697 |
714 |
726 |
746 |
Totale baten |
63.820 |
64.303 |
64.533 |
64.734 |
64.537 |
65.781 |
66.697 |
Personeelslasten |
-48.098 |
-51.285 |
-52.007 |
-51.055 |
-50.586 |
-50.250 |
-50.979 |
Afschrijvingen |
-3.138 |
-3.041 |
-3.570 |
-5.009 |
-4.446 |
-4.344 |
-4.391 |
Huisvestingslasten |
-3.482 |
-3.624 |
-3.678 |
-3.631 |
-3.707 |
-3.769 |
-3.837 |
Overige lasten |
-8.816 |
-7.634 |
-7.915 |
-7.637 |
-7.269 |
-7.345 |
-7.415 |
Totale lasten |
-63.534 |
-65.583 |
-67.169 |
-67.331 |
-66.007 |
-65.707 |
-66.621 |
Saldo baten en lasten uit gewone bedrijfsvoering |
286 |
-1.280 |
-2.636 |
-2.597 |
-1.470 |
74 |
76 |
Financiële baten en lasten |
-216 |
-488 |
-158 |
-79 |
-10 |
-8 |
-3 |
Resultaat deelnemingen |
- |
- |
- |
- |
- |
- |
- |
Totaal resultaat |
70 |
-1.768 |
-2.794 |
-2.676 |
-1.480 |
66 |
73 |
Inzet bestemmingsreserve |
-3.358 |
1.490 |
2.285 |
2.263 |
1.437 |
788 |
609 |
Staat van Baten en Lasten ROC-TOP |
|||||||
Realisatie |
Begroting |
MJB |
MJB |
MJB |
MJB |
MJB |
|
2024 |
2025 |
2026 |
2027 |
2028 |
2029 |
2030 |
|
Rijksbijdragen |
33.387 |
27.251 |
12.377 |
4.235 |
1.200 |
251 |
- |
Overige overheidsbijdr. en -subsidies |
1.267 |
70 |
- |
- |
- |
- |
- |
Wettelijke college-/cursus-/examengelden |
-164 |
-288 |
-100 |
-30 |
-15 |
- |
- |
Baten werk iov derden |
186 |
- |
- |
- |
- |
- |
- |
Overige baten |
1.490 |
- |
- |
- |
- |
- |
- |
Totale baten |
36.166 |
27.033 |
12.277 |
4.205 |
1.185 |
251 |
- |
Personeelslasten |
-23.680 |
-12.212 |
-10.374 |
-3.818 |
-1.185 |
-251 |
- |
Afschrijvingen |
-1.868 |
-125 |
-125 |
- |
- |
- |
- |
Huisvestingslasten |
-5.021 |
-13.989 |
-1.606 |
-387 |
- |
- |
- |
Overige lasten |
-4.566 |
-708 |
-172 |
- |
- |
- |
- |
Totale lasten |
-35.135 |
-27.034 |
-12.277 |
-4.205 |
-1.185 |
-251 |
- |
Saldo baten en lasten uit gewone bedrijfsvoering |
1.031 |
-1 |
- |
- |
- |
- |
- |
Financiële baten en lasten |
77 |
- |
- |
- |
- |
- |
- |
Buitengewone baten en lasten |
- |
- |
- |
- |
- |
- |
- |
Totaal resultaat |
1.108 |
-1 |
- |
- |
- |
- |
- |
Inflatie en loonkostenontwikkeling
De inflatie en loonkostenontwikkeling zijn uiterst onzekere factoren. In de uitwerking van de meerjarenbegroting is geen rekening gehouden met verdere inflatie en loonstijgingen in 2026 en verdere jaren. Ook is geen rekening gehouden met compensatie hiervan in de vorm van loon- en prijscompensatie in de baten. Het uitgangspunt is derhalve dat stijgingen in het lastenniveau resultaatneutraal gecompenseerd worden via de bekostiging. Naast de onzekerheid over de inflatie en loonkosten voor het ROCvA-F als organisatie, speelt de inflatie en loonkostenontwikkeling een belangrijke rol ten aanzien van de gelijke kansen voor onze studenten. Het betaalbaar houden van leermiddelen, excursies en catering is een relevant aandachtspunt, om het onderwijs toegankelijk te houden voor alle studenten.
Stabiele ontwikkeling financiële prestatie-indicatoren
De meerjarige financiële prestatie-indicatoren zijn een afgeleide van de begrote staat van baten en lasten en de balansen van de instellingen. De financiële kaders zijn gerelateerd aan de strategische ambities van de instellingen en aan het financiële toetsingskader van de Inspectie van het Onderwijs. Ten opzichte van het OCW-kader zijn enkele financiële indicatoren toegevoegd. De intern gestelde streefwaarden voor de rentabiliteit en solvabiliteit zijn scherper gesteld dan de OCW-signaleringswaarden.
Ratio's ROCvA |
|||||||||
Streef-waarden |
2024 |
2025 |
2026 |
2027 |
2028 |
2029 |
2030 |
||
Current Ratio |
> 0,5 |
1,28 |
0,97 |
0,80 |
0,61 |
0,59 |
0,58 |
0,57 |
|
Current Ratio incl. rc faciliteit |
> 0,5 |
1,24 |
0,97 |
0,83 |
0,66 |
0,64 |
0,64 |
0,63 |
|
Liquide middelen (€ mln) |
> 2,0 |
142,0 |
103,3 |
98,3 |
68,8 |
67,1 |
68,5 |
64,9 |
|
Solvabiliteit I (excl. voorzieningen) |
≥ 35% |
* |
44% |
43% |
38% |
38% |
37% |
35% |
36% |
Solvabiliteit II (incl. voorzieningen) |
≥ 35% |
* |
51% |
50% |
45% |
46% |
44% |
42% |
43% |
Solvabiliteit excl. bestemmingsreserves |
≥ 35% |
33% |
33% |
30% |
32% |
31% |
30% |
32% |
|
Normatief publiek eigen vermogen (€ mln) |
257,0 |
279,0 |
287,1 |
306,9 |
322,9 |
338,6 |
345,4 |
||
Aanwezig publiek eigen vermogen (€ mln) |
150,4 |
137,5 |
119,4 |
118,1 |
117,7 |
116,4 |
117,0 |
||
Normatief eigen vermogen |
≤ 1,0 |
0,59 |
0,49 |
0,42 |
0,38 |
0,36 |
0,34 |
0,34 |
|
Interest Coverage Ratio |
≥ 3,0 |
42,9 |
0,8 |
(0,4) |
8,4 |
9,0 |
8,9 |
9,3 |
|
Debt Service Coverage Ratio |
≥ 1,5 |
22,4 |
1,1 |
(0,2) |
4,3 |
4,2 |
4,1 |
4,2 |
|
Loan to value |
≤ 50% |
32% |
27% |
25% |
21% |
24% |
27% |
25% |
|
Rentabiliteit |
≥ 1% |
2,2% |
-3,2% |
-4,4% |
-0,3% |
-0,1% |
-0,3% |
0,1% |
|
Huisvestingsratio |
≤ 15% |
9,9% |
9,8% |
10,4% |
11,1% |
11,4% |
12,0% |
11,9% |
|
Personeelslasten in % totale baten |
≥ 70% |
76,2% |
80,3% |
80,0% |
76,3% |
75,9% |
75,6% |
75,4% |
|
* De signaleringswaarde van de Inspectie van het Onderwijs voor de solvabiliteit bedraagt 30% |
Ratio's ROCvF |
|||||||||
Streef-waarden |
2024 |
2025 |
2026 |
2027 |
2028 |
2029 |
2030 |
||
Current Ratio |
> 0,5 |
1,61 |
1,51 |
0,90 |
0,66 |
0,71 |
0,83 |
0,53 |
|
Current Ratio incl. rc faciliteit |
> 0,5 |
1,50 |
1,43 |
0,91 |
0,71 |
0,76 |
0,85 |
0,61 |
|
Liquide middelen (€ mln) |
> 2,0 |
* |
0,1 |
0,1 |
0,1 |
0,1 |
0,1 |
0,1 |
0,1 |
Solvabiliteit I (excl. voorzieningen) |
≥ 35% |
** |
49% |
46% |
45% |
51% |
50% |
50% |
41% |
Solvabiliteit II (incl. voorzieningen) |
≥ 35% |
** |
54% |
51% |
50% |
58% |
57% |
57% |
47% |
Solvabiliteit excl. bestemmingsreserves |
≥ 35% |
22% |
22% |
23% |
29% |
30% |
32% |
28% |
|
Normatief publiek eigen vermogen (€ mln) |
50,4 |
50,0 |
51,1 |
53,8 |
54,7 |
55,8 |
66,0 |
||
Aanwezig publiek eigen vermogen (€ mln) |
26,6 |
24,8 |
22,0 |
19,4 |
17,9 |
18,0 |
18,0 |
||
Normatief eigen vermogen |
≤ 1,0 |
0,53 |
0,50 |
0,43 |
0,36 |
0,33 |
0,32 |
0,27 |
|
Interest Coverage Ratio |
≥ 3,0 |
15,9 |
3,6 |
5,9 |
30,4 |
293,3 |
575,8 |
1.347,5 |
|
Debt Service Coverage Ratio |
≥ 1,5 |
2,1 |
0,9 |
0,1 |
8,9 |
20,0 |
9,8 |
11,1 |
|
Loan to value |
≤ 50% |
42% |
41% |
38% |
3% |
2% |
2% |
24% |
|
Rentabiliteit |
≥ 1% |
0,1% |
-2,7% |
-4,3% |
-4,1% |
-2,3% |
0,1% |
0,1% |
|
Huisvestingsratio |
≤ 15% |
9,7% |
9,5% |
10,1% |
12,2% |
11,7% |
11,7% |
11,7% |
|
Personeelslasten in % totale baten |
≥ 70% |
75,4% |
79,8% |
80,6% |
78,9% |
78,4% |
76,4% |
76,4% |
|
* Liquide middelen 2023 zijn via schatkistbankieren samengevoegd met onderwijsinstelling ROCvA |
|||||||||
** De signaleringswaarde van de Inspectie van het Onderwijs voor de solvabiliteit bedraagt 30% |
Als gevolg van de aflopende activiteiten in de instelling ROC TOP tonen de financiële ratio’s van ROC TOP een sterk afwijkend patroon. In het komende jaar zal verdere financiële integratie plaatsvinden met ROCvA, wat zal leiden tot een meer zinvol beeld van de overkoepelende financiële ontwikkeling [34].
Relevant voor de ontwikkeling van de financiële ratio’s zijn de investeringen in strategische huisvesting in de komende jaren en de hieraan gerelateerde aanvullende externe financiering. Met name de verwachte investering in de huisvesting van MBO College Centrum is substantieel. Verspreid over de jaren 2028, 2029 en 2030 is in totaal € 33 miljoen externe financiering opgenomen in de meerjarenbegroting.
Current ratio
De liquiditeit wordt uitgedrukt via de indicator current ratio (kortlopende activa gedeeld door kortlopende passiva). De signaleringswaarde van de Inspectie van het Onderwijs bedraagt 0,5. Zowel voor ROCvA als ROCvF is de waarde van de ratio boven de signaleringswaarde, wat een indicatie is dat beide instellingen in voldoende mate kunnen voldoen aan de kortlopende verplichtingen. De ontwikkeling van de liquide middelen wordt nauwlettend gevolgd en beheerst vanuit de treasury commissie. Specifieke aandacht wordt gegeven aan de benodigde investeringen vanuit het huisvestingsplan en aan de daadwerkelijke financieringsbehoefte die hieruit mogelijk voortvloeit.
In de komende jaren dalen de liquide middelen als gevolg van de geplande investeringen in huisvesting en de begrote negatieve exploitatieresultaten. Dit resulteert in een daling van de current ratio. Met de aanvullende leningen in de latere jaren blijft de ontwikkeling van de ratio positief en continueren we de gezonde liquide positie.
De drie instellingen ROCvA, ROCvF en ROC TOP hebben een, momenteel niet gebruikte, rekening-courantfaciliteit bij het ministerie van Financiën (ROCvA € 20,4 miljoen, ROCvF € 3,0 miljoen en ROC TOP € 3,5 miljoen).
Solvabiliteit
De solvabiliteitsratio’s I (eigen vermogen als percentage van het totale vermogen) en II (eigen vermogen plus voorzieningen als percentage van het totale vermogen) van het ROCvA en ROCvF blijven boven de interne streefwaarde van 35%. De solvabiliteit ratio’s tonen aan dat beide instellingen financieel gezond zijn.
De solvabiliteit van ROCvA daalt naar verwachting in de jaren 2028 en 2029 als gevolg van het aantrekken van de externe financiering. Ook zorgen de negatieve exploitatieresultaten in de eerdere jaren voor een demping van het eigen vermogen en hiermee van de solvabiliteit. De solvabiliteit van ROCvF stijgt in 2027, dankzij de aflossing van de bestaande financiering. In 2030 wordt voor ROCvF een externe lening aangetrokken ter financiering van nieuwbouw, waarmee de solvabiliteit een daling vertoont.
De organisatieonderdelen begroten een substantiële inzet van de bestemmingsreserves in de komende jaren. In de balans is de daling van de bestemmingsreserves zichtbaar onder het eigen vermogen. Als gevolg van de relatieve hoge bestemmingsreserve van ROCvF is de ratio solvabiliteit excl. bestemmingsreserve in de eerste jaren relatief laag. Met de inzet van de bestemmingsreserve in de komende jaren, stijgt deze ratio gestaag.
Normatief eigen vermogen
De ratio normatief eigen vermogen geeft het publiek eigen vermogen weer ten opzichte van het normatief eigen vermogen. De streefwaarde voor deze ratio is kleiner dan of gelijk aan 1. Deze ratio is een afgeleide van de signaleringswaarde Normatief eigen vermogen van de Inspectie van het Onderwijs. Indien het publiek eigen vermogen van een instelling het normatief eigen vermogen overstijgt, is dit een signalering voor mogelijk bovenmatig eigen vermogen, oftewel, een signalering dat mogelijk te veel eigen vermogen wordt aangehouden ten opzichte van wat redelijkerwijs nodig is voor een gezonde bedrijfsvoering. Zowel voor ROCvA als ROCvF blijft het publiek eigen vermogen meerjarig onder het normatief eigen vermogen. Voor beide instellingen bestaat derhalve geen indicatie van een bovenmatig eigen vermogen.
Interest coverage ratio (ICR)
Deze ratio geeft aan hoe vaak de rentelast van een jaar betaald kan worden uit de operationele kasstroom en is hiermee van belang voor de financierbaarheid en de externe financiers. De Inspectie van het Onderwijs heeft hier geen signaleringswaarde voor vastgesteld. De interne streefwaarde is gesteld op 3,0. De ICR van ROCvA is in de jaren 2025 en 2026 lager als gevolg van het begrote negatieve exploitatieresultaat. Meerjarig voldoen beide instellingen ruimschoots aan de streefwaarde, wat aangeeft dat beide instellingen in meer dan voldoende mate in staat zijn om de rentelasten te betalen uit de operationele kasstromen.
Debt Service coverage ratio (DSCR)
Deze ratio geeft aan hoe vaak de rente- en aflossingsverplichtingen betaald kunnen worden uit de operationele kasstroom. De Inspectie heeft hier geen signaleringswaarde voor vastgesteld. De interne streefwaarde is gesteld op 1,5. Net als de interest coverage ratio komt de DSCR meerjarig ruimschoots uit boven de gestelde streefwaarde, met lagere waarden in de eerstkomende jaren als gevolg van de begrote negatieve exploitatieresultaten.
Loan to value
Deze indicator geeft de langlopende financiering weer als een percentage van de waarde van de gefinancierde vaste activa (gebouwen en terreinen). Het geeft aan welk deel van de vaste activa het ROCvA-F maximaal wil financieren met (langlopend) vreemd vermogen. De Inspectie van het Onderwijs heeft hier geen signaleringswaarde voor vastgesteld. De interne streefwaarde is gesteld op maximaal 50%. Beide instellingen voldoen meerjarig aan de streefwaarde. De stijging van de ratio van ROCvA is gerelateerd aan het aantrekken van de extra financiering in de jaren 2028 en 2029.
Rentabiliteit
De rentabiliteit is gedefinieerd als het exploitatieresultaat, uitgedrukt als percentage van de totale baten. De Inspectie van het Onderwijs hanteert sinds 2021 geen formele signaleringswaarde voor de rentabiliteit. Intern wordt een streefwaarde aangehouden van 1%. In de komende jaren wordt doelgericht ingezet op extra bestedingen van middelen die in 2024 en eerder zijn ontvangen. De begrote negatieve resultaten van ROCvA en ROCvF zullen volgens planning gefinancierd worden vanuit de opgebouwde bestemmingsreserves. Een rechtstreeks gevolg van de extra bestedingen is dat de rentabiliteit meerjarig onder de 0% zal uitkomen.
Huisvestingsratio
De huisvestingsratio ie gedefinieerd als alle lasten die samenhangen met huisvesting gedeeld door de totale lasten. De ratio geeft aan of de ontwikkeling van de huisvestingslasten passend is voor de omvang van de organisatie. Beide instellingen voldoen meerjarig aan de streefwaarde.
Personeelslasten in % totale baten
De interne doelstelling is minimaal 70% van alle baten te besteden aan personeel. In de berekening worden alle personele lasten meegerekend, inclusief externe inhuur en overige personele lasten. Deze ratio ligt voor zowel ROCvA als ROCvF boven de interne streefwaarde.
Gezonde meerjarige financieringsstructuur
Aan de hand van het Strategisch Huisvestingsplan (SHP) werkt het ROCvA-F in de komende jaren aan onderwijshuisvesting die klaar is voor de toekomst. Belangrijke projecten in de komende jaren zijn de facelifts van diverse onderwijsgebouwen, de huisvesting van de mbo-colleges Centrum en Lelystad, de nieuwbouw van het Metropolis Lyceum en de verduurzaming van onze gebouwen. De investeringen die hiervoor benodigd zijn, zijn onderdeel van de meerjarenbegroting, evenals de hieruit voortkomende afschrijvingen en interne en externe financiering.
De investeringen worden voor een deel vanuit de eigen middelen gefinancierd. Tevens wordt aanvullende externe financiering aangetrokken. In de huidige meerjarenbegroting is in de jaren 2028, 2029 en 2030 extra financiering voorzien ter hoogte van € 33 miljoen. De exacte invulling van de financiering zal in de komende jaren beoordeeld worden, in het licht van de geplande investeringen en de ontwikkeling van de liquiditeit en financiële ratio’s.
De externe financieringen bij beide instellingen kunnen worden aangegaan vanuit een financieel gezonde positie. De liquiditeitspositie, de interest coverage ratio (ICR) en de debt service coverage ratio (DSCR) geven aan dat het ROCvA-F uitstekend in staat is om te voldoen aan de betalingsverplichtingen van de rentelasten en aflossingen. Inclusief de nieuwe leningen blijven de ICR en DSCR ratio’s ruim boven de interne streefwaarden. Ook de solvabiliteit van de instellingen blijven op een gezond niveau.